Hoeveel belasting moet ik betalen?

Elke vermogende Nederlander krijgt te maken met box 3 belasting. In dit artikel doorloop ik stap voor stap wat het is én hoe je box 3 belasting berekent.

Wat is box 3 belasting?

Box 3 belasting is de sparen en beleggen belasting. Er wordt gekeken naar het totaal aan bank- en spaartegoeden, aandelen, obligaties, onroerend goed (zoals tweede huis en beleggingspanden) en ander vermogen in box 3.

De belastingdienst gaat ervan uit dat jij een fictief rendement behaalt met jouw vermogen. En over dit fictieve rendement betaal je 31% inkomstenbelasting. (gebaseerd op 2021 wetgeving)

Rekenvoorbeeld: de vastgoedbelegger

Voor deze voorbeeldberekening pakken we een vastgoedbelegger met de volgende bezittingen en schulden.

BEZITTINGEN SCHULDEN
Appartement met een WOZ-waarde van € 150.000 Hypotheekschuld: € 120.000
Appartement met een WOZ-waarde van € 140.000 Hypotheekschuld:   € 40.000
Appartement met een WOZ-waarde van € 180.000 Hypotheekschuld:   € 100.000
Totale bezittingen: € 550.000 Totale schulden: € 260.000

Het totale vermogen wordt vastgesteld door de bezittingen (€ 550.000) minus de schulden (€ 260.000) te berekenen. € 550.000€ 260.000 = € 290.000

Heffingsvrij vermogen

De belasting geeft een cadeautje weg. Het heffingsvrij vermogen. Dit is een bedrag waarover je geen box 3 belasting hoeft te betalen. In 2021 is dit: € 50.000. In dit voorbeeld reken ik met de 2021 vrijstelling.

Het heffingsvrij vermogen geldt per partner. Heb jij een fiscaal partner, dan ontvang je gezamenlijk € 100.000.

In dit voorbeeld houden we rekening dat de vastgoedbelegger geen fiscaal partner heeft. Hij heeft hierdoor recht op € 50.000 vrijstelling. Hierdoor is de grondslag niet € 290.000, maar € 240.000 (€ 290.000 – € 50.000)

De belastingschijven

De box 3 belasting bestaat uit 3 schijven en elke schijf heeft een eigen normering.

SCHIJF 1
Bij het belastbaar vermogen in box 3 tot € 50.000 gaat de Belastingdienst ervan uit dat je gemiddeld 67% van dit vermogen aanhoudt als spaargeld en 33% als belegging. Het spaargeld gedeelte wordt belast met 0,03% en het beleggingsgedeelte met 5,69% fictief rendement. 

SCHIJF 2
Bij het belastbaar vermogen in box 3 tussen € 50.000 en € 950.000 gaat de Belastingdienst ervan uit dat je gemiddeld genomen 21% van dit vermogen aanhoudt als spaargeld en 79% als belegging. 

SCHIJF 3
Voor zover het belastbaar vermogen in box 3 meer is dan € 950.000 gaat de Belastingdienst ervan uit dat je dit vermogen 100% aanhoudt als belegging. 

De rekensom per belastingschijf

SCHIJF 1 BEREKENING:
Onze vastgoedbelegger heeft meer dan € 50.000 vermogen. Hierdoor gebruikt hij de eerste schijf volledig. 
Deze schijf ziet 67% als spaardeel en 33% als beleggingsdeel.

Spaardeel schijf 1: € 50.000 * 67% = € 33.500
Beleggingsdeel schijf 1: € 50.000 * 33% = € 16.500.

SCHIJF 2 BEREKENING:
De grondslag was € 240.000. Daar halen we € 50.000 vanaf omdat we die zojuist in schijf 1 hebben berekent.
€ 240.000 – € 50.000 =
€ 190.000 resterend.

De tweede schijf gaat over het vermogen 
tussen € 50.000 en € 950.000.
Deze schijf ziet 21% als spaardeel en 79% als beleggingsdeel.

Spaardeel schijf 2: € 190.000 * 21% = € 39.900
Beleggingsdeel schijf 2: € 190.000 * 79% = € 150.100

SCHIJF 3 BEREKENING:
De grondslag van € 240.000 komt niet tot schijf 3. Dus de box 3 belasting van schijf 3 is € 0,-.

De optelsom & de box 3 belasting

TOTAAL SPAARGEDEELTE
Om alles bij elkaar op te tellen dienen we het spaargedeelte en het beleggingsgedeelte bij elkaar op te tellen.

Schijf 1 spaargedeelte (€ 33.500) + Schijf 2 spaargedeelte (€ 39.900) = €  73.400.
Het spaargedeelte wordt belast met een fictief rendement van 0,03%.

Hierdoor is de grondslag voor het spaargedeelte: € 73.400 * 0,03% = € 22.

 

TOTAAL BELEGGINGSGEDEELTE
Schijf 1 beleggingsgedeelte (€ 16.500) + Schijf 2 beleggingsgedeelte (€ 150.100) = € 166.600

Het beleggingsgedeelte wordt belast met een fictief rendement van 5,69%.

Hierdoor is de grondslag voor het beleggingsgedeelte: € 166.600 * 5,69% = € 9480

TOTAAL SPAAR- EN BELEGGINGSGEDEELTE
Gezamenlijk bedragen het spaar- en beleggingsgedeelte: € 9502. Dit is de grondslag.
Hierover wordt 31% belasting berekent. 

€ 9502 * 31% = € 2.945 box 3 belasting.

Zoals je ziet vergt het nogal wat stappen om tot de box 3 belasting te komen. Gebruik de handige rekentools op 
berekenhet.nl om het rekenwerk voor je te laten doen óf je eigen rekenwerk te controleren.

BELANGRIJKE TOEVOEGING:
Om deze berekening niet complexer te maken is er geen rekening gehouden met de Leegwaarderatio.
(Bekijk dit artikel). De WOZ-waarde van de appartementen wordt hierdoor lager waardoor het veel belasting bespaart.

In de training Leer Beleggen in Vastgoed leren we deelnemers rekenen als een vastgoedbelegger. Naast fiscale berekeningen delen we ook rendement, risico en cashflow berekeningen.

Leave a comment

Leer Beleggen in Vastgoed © 2024.